Poging om in waarheid te leven #veertigdagentijd
Geschreven door Annemarieke van der WoudePoging om in de waarheid te leven. Het is de titel van een essay van Vaclav Havel over Charta 77, een beweging die eind jaren zeventig van de vorige eeuw het schenden van mensenrechten in Tsjecho-Slowakije aan de kaak stelde.
Poging om in de waarheid te leven: een fascinerende en diepzinnige uitspraak. Want wat is waarheid, laat staan de waarheid? Dat is niet gemakkelijk uit te leggen. Voor Havel is waarheid in ieder geval verbonden met moraal en met persoonlijke verantwoordelijkheid. Het is hem bovendien te doen om een poging daarnaar te leven. Er is geen stappenplan. Het is een proberen – een proberen om volgens dat lastig te definiëren begrip waarheid te leven. En dat laatste wil zeggen: het gaat niet om een filosofische beschouwing, maar om een poging je bestaan in te richten naar je principes. Havel zegt: Het woord dat niet gegarandeerd wordt door het leven, verliest zijn kracht. Je zou het vrij kunnen vertalen met: Wees uit één stuk.
In de vroege kerk – vierde eeuw – was de periode voor Pasen een voorbereidingstijd voor mensen die de weg van Jezus wilden volgen en dat wilden bezegelen met de doop in de Paasnacht. De leerschool van veertig dagen volgde een dubbel spoor. Het ene was dat de geloofsleerlingen werden onderwezen over een paar elementaire zaken van het christendom. Het ging om het begrijpen van de geloofsbelijdenis en om het leren van het Onze Vader. Naast het je toe-eigenen van het nieuwe, was het ook de bedoeling om je oude leven af te leggen. Het vasten en het breken met patronen die een mens geen goed doen, hoorden bij het tweede spoor.
Maar al gauw ontstond de behoefte om de gelegenheid om opnieuw te beginnen uit te breiden naar mensen die hun geloof hadden verzaakt en daarom geen deel meer konden uitmaken van de christelijke gemeente. Een proces van berouw en boete bood hun die mogelijkheid. Het was een soort tweede kans-onderwijs voor deze geloofsleerlingen. Ook hun hernieuwde opname in de kring van de gemeenschap werd feestelijk gevierd in de Paasnacht.
Sinds enkele decennia heeft de viering in de paasnacht steeds vaker ook het karakter van een doopgedachtenis. Het is een jaarlijks terugkerend moment waarop iedereen die dat wil, zich te binnen brengt wat het betekent om gedoopt te zijn. Je zou het, om in termen van het onderwijs te blijven, een vorm van permanente educatie kunnen noemen. Ieder mens blijft immers een leven lang leerling in het geloof.
Nee, van mijn eigen doop herinner ik me niets. Ik was pas een maand oud. Wat ik ervan weet, is het verhaal dat is ontstaan rond de zwart-witfoto’s in ons familiealbum. Maar ik vind het waardevol om stil te staan bij de doopgeloften die mijn ouders indertijd namens mij hebben uitgesproken en me daarop te bezinnen. De woorden van Vaclav Havel zullen mij daarbij deze veertig dagen vergezellen: Poging om in de waarheid te leven.