Kies je voor troost of voor hoop? #advent
Geschreven door Madelief BrokBegin december had ik met het convent van predikanten een studiedag. We bespraken met elkaar de vraag of je als voorganger meer de profetische of juist de pastorale rol aanneemt.
Daaronder ligt natuurlijk de vraag: geef je je mening, vind je dat je als kerk stelling moet nemen? Deel je jouw idee over wat goed is om te doen? Of ben je meer de voorganger die zijn (politieke) mening niet deelt en al helemaal niet verkondigt. Zoek je juist naar een neutrale ruimte te midden van de maatschappelijke polarisatie? De praktijk is natuurlijk weerbarstig. Soms doe je meer het één, soms het ander.
Een vraag die deze studiedag bij mij opkwam: kies je voor hoop of voor troost? En wat is dan het verschil?
Troost
Troost wordt gewantrouwd
zeker in de poëzie
die wil te graag
waardoor het juist
irriteert
het moet achtelozer
zoals een hand
die je jas aanneemt
na een lange dag
je op de schouder klopt
een kaars aansteekt
bij binnenkomst
zo werkt troost
dat je op de drempel van dit gedicht
mij kaars ziet schrijven en
zo lang als je dit leest
de warmte voelt
Elfie Tromp
Juist hoop
Ik las een interview met de bekende dichteres Lieke Marsman. De interviewer mijmert het volgende: Je zou de bundels van Lieke Marsman één voor één kunnen doorbladeren en kunnen turven hoe vaak hoop ter sprake komt. En je zou hetzelfde kunnen doen met de vraag hoe vaak er troost gezocht wordt. Dan zou je onvermijdelijk tot de conclusie komen dat Marsman als dichter en als mens zwaarder leunt op het eerste: hoop, dat ze vaker op zoek is naar hoop dan naar troost.
Ik checkte nog een paar keer of ik het goed gelezen had. Lieke Marsman is ongeneeslijk ziek en ik had gemakshalve aangenomen dat je dan meer hebt aan troost dan aan hoop. Dat je meer hebt aan de warmte van die kaars, het klopje op de schouder, de aanraking van de hand. Dat je dan meer leeft in het moment waar je in ieder geval onderdeel van bent. Het NU is er voor iedereen, hoe beroerd je je ook voelt. Die kaars brand nu, de aanraking voel je in het moment.
Toekomst
Maar ik verwachtte geen hoop, niet iets in de toekomst. Helemaal als die toekomst door ziekte niet langer de jouwe is. Maar het blijkt toch genuanceerder.
De interviewer mijmert nog even verder: Is troost wat je nodig hebt om je neer te leggen bij wat onvermijdelijk is? En hoop wat je nodig hebt om te kunnen geloven dat de dingen die onvermijdelijk lijken, dat niet zijn?
Lieke Marsman bevestigt hem met de volgende woorden:
Ik ben zelden bezig met hoe dingen zich laten aanvaarden. Ik ben in plaats daarvan altijd op zoek naar een activerend en nooit naar een accepterend perspectief. Het kan troostrijk zijn om erachter te komen dat je zelfs op je meest duistere dagen nog in staat bent hoop te koesteren.
Het kan troostrijk zijn om hoop te koesteren!